Efficiënte
opwekking en terugwinning
van industriële warmte

Smart Steam Grids 17 mrt 2014

Smart Steam Grids 17 maart 2014

Na de succesvolle start van het platform Industriële Warmte in november 2013, was op 17 maart de tijd rijp voor een nieuwe bijeenkomst. Het thema van deze samenkomst zijn de mogelijkheden van Smart Steam Grids voor stoomuitwisseling tussen bedrijven. Na een korte introductie van de initiatief nemer Jan Grift van Energy Matters vertelden de verschillende sprekers over de mogelijkheden die een warmte netwerk kan bieden. De dag werd afgesloten met een bezoek aan het stoomnet op het terrein van DuPont.    

Gerard van der Putte van AkzoNobel vertelde over de optimalisatie en verduurzaming van het warmtenet op Chemiepark Delfzijl (CPD). Door de geschiedenis van het CPD terrein is er een geïntegreerde grondstoffenketen ontstaan. Centraal in deze keten is chloor. De warmte die voor de productie nodig is komt voornamelijk van de warmtekrachtcentrale van Delesto, aangevuld met stoom van afvalverbrander EEW. Momenteel is het bijna niet rendabel om elektriciteit terug te leveren aan het net. Een aantal eenheden wordt/is daarom in de mottenballen gezet. Aandachtspunt bij stoomlevering aan derden het bewaken van de kwaliteit van het retourcondensaat.

Martijn Gielen van AkzoNobel volgde met een presentatie over de STAN stoomleiding tussen AkzoNobel Hengelo en de afvalverbrander Twence. Als producent van zout voor de productie van o.a. chloor heeft AkzoNobel veel warmte nodig voor het indampingsproces. Hiervoor wordt vooral de WKK installatie op het terrein van AkzoNobel gebruikt. Door de huidige energiemarkt is wkk minder aantrekkelijk geworden. Om deze situatie te verbeteren werd er samen met Twence een stoomleiding aangelegd tussen Twence en AkzoNobel. Het voordeel voor AkzoNobel is een hogere bedrijfszekerheid van warmte en lagere kosten. Voor Twence is de stoomleiding een manier om te kunnen schakelen tussen elektriciteit en warmteproductie. Bijkomend voordeel voor Twence is dat het energielabel is verbeterd naar R1, waardoor er afval vanuit het buitenland kan worden verbrand.

Bas Hemmen van Stedin en Peter Leijs van Visser& Smit Hanab legden vervolgens uit hoe het stoomnetwerk in het Botlekgebied tot stand is gekomen. Ondanks dat er aan het begin van het project veel animo was, bleven er toen puntje bij paaltje kwam maar één producent en één afnemer over. Hier waren verschillende redenen voor, maar vooral (het vertrouwen in) de stoomkwaliteit vormde een struikelblok. Uiteindelijk is de leiding ontworpen en gebouwd door Visser & Smit Hanab en is de operationele kant in handen van Stedin. Sinds de aanleg van de stoomleiding is er opnieuw veel animo en wordt er aan gedacht om meer aansluitingen te maken en een uitbreiding naar de andere kant van het Botlek gebied. Met meer gebruikers en producenten op het zelfde systeem moet de bedrijfsvoering wel worden aangepast.

Op dit laatste punt haakte Erwin Valkenburg van AgroEnergy in met zijn presentatie over warmtehandelsplatformen. Als energie inkoper voor de tuinbouwsector is Agro Energy bezig met het verduurzamen van de energievoorziening voor de tuinbouw. Zeker in de huidige energiemarkt moet het klassieke idee van lokale warmteproductie per individuele WKK installatie herzien worden. Dit wil Agro Energy bereiken door het opzetten van een handelsplatform tussen de verschillende tuinders binnen het gebied en een centrale (duurzame) energie leverancier (bijvoorbeeld geothermie). Het voordeel van een dergelijk handelsplatform is dat de energie voor concurrerende marktprijzen wordt verkocht. De gebruiker kan zelf kiezen voor productie of inkoop. 

Na de lunch namen Hugo van Kessel en Arnoud van Waard van DuPont en HVC het programma over met hun presentatie over de aanleg van een stoomleiding tussen deze bedrijven. Als producent van polymeren heeft DuPont een grote hoeveelheid betrouwbare energie nodig waarvoor zij tot nu toe gebruik maakten van een eigen energie voorziening. Deze bestaat uit twee STEG installaties. Door afname van de warmtevraag wil DuPont terugschakelen naar een enkele STEG installatie. Om de vereiste bedrijfszekerheid in stand te houden dient geïnvesteerd te worden in additionele capaciteit. Ook afvalverbrander HVC had een probleem door veranderende marktomstandigheden. Als coöperatie wil HVC zijn aandeelhouders helpen met het behalen van klimaatdoelstellingen, maar ook het interne rendement verhogen. Door stoom in de daluren te leveren aan DuPont ontstaat een win-win situatie voor beide partijen, omdat levering van elektriciteit aan het net dan nauwelijks loont. Door de aard van beide bedrijven is er een verschil in stoomkwaliteit. Om dit te kunnen overbruggen is er gekozen voor een stoom-stoom warmtewisselaar van de firma STORK. Hierdoor blijven de stoom systemen van DuPont en HVC fysiek gescheiden van elkaar, waardoor de stoomkwaliteit voor beide bedrijven gewaarborgd wordt.  

Na deze presentatie zijn alle aanwezigen van de projectgroep vertrokken naar het terrein van DuPont om hier de stoomleiding en warmtewisselaar te bekijken. De vragen over het systeem werden ter plaatse beantwoord. Uiteindelijk was het een geslaagde dag waarin veel kennis en ervaring is uitgewisseld op het gebied van stoomuitwisseling tussen bedrijven.


presentaties:

1. Platform Industriële Warmte - Jan Grift - Energy Matters BV

2. Stoomnet Chemiepark Delfzijl / Delesto - Gerard van de Putte - Akzo Nobel 

3. Stoomnet Hengelo / Twence - Martijn Gielen - Akzo Nobel

4. Stoomnet Rotterdam - Bas Hemmen - Stedin / Peter Leijs V&SH

5. Handelsplatform Stoom - Edwin Valkenburg - Agro Energy

6. Stoomnet DuPont - HVC / Hugo van Kessel - Dupont / Arnoud van Waard - HVC